Opgroeien in Italië

“Hoe was het om op te groeien in Italië?” 


Het antwoord op deze eenvoudige vraag is vaak algemeen en vanzelfsprekend, zeker als je in Italië geboren en getogen bent. Maar als je diezelfde vraag ook aan mensen uit andere culturen stelt, is dat wel anders. Voor sommigen van hen betekende opgroeien in Italië barrières doorbreken, de katalysator zijn om de dominante cultuur positief om te buigen. Voor mensen van kleur of met Afrikaanse roots, is het antwoord op de vraag dus niet altijd evident. 


Het project “Growing Up in Italy” is ontwikkeld in samenwerking met nss magazine en de Milanese creatieve groep The Good Neighborhood Collective. Via de Afrikaanse voeding en cultuur wil het project positieve verhalen in de kijker zetten over integratie en succesvolle tweedegeneratie-Italianen. De vier protagonisten vertellen hun verhaal in twee Afrikaanse restaurants in Milaan. Hierbij dragen ze onze collectie Lente/Zomer 21.

“Elke dag probeer ik te laten zien dat mensen met Afrikaanse roots positief kunnen bijdragen en tegelijk de Italiaanse en westerse cultuur kunnen verrijken. Mensen van Afrikaanse origine kunnen het Westen geweldig helpen om zich voor onze achtergrond open te stellen.”


De eerste van onze vier protagonisten is Amira, een vijfentwintigjarige grafisch ontwerpster. Ze komt uit een Marokkaanse familie en woont momenteel in Bergamo. Ze is gek op couscous en tajine. Ze heeft zich altijd al geïnteresseerd voor migratiestromen en voor de Marokkaanse aanwezigheid in Italië. Amira is actief lid van The Good Neighborhood Collective en wil mensen de ogen openen voor wat het betekent om als vrouw in een vreemd land te wonen.

“Naarmate ik ouder werd, besefte ik dat mijn eigenaardigheden eigenlijk mijn sterke punten waren en dat ik helemaal niet hoefde te zijn zoals alle anderen.”


Daarna komt Jey. Zij is studente en fotografe in opleiding. Ze heeft Ghanese roots en houdt van jollof rijst, een gerecht op basis van rijst en tomaten. Ze jaagt haar dromen na en vertrok naar de Verenigde Staten. Daar probeerde ze door te breken als fotografe en styliste. Jay gelooft heilig dat kunst en creativiteit een essentiële kwaliteit zijn waarmee zwarte tweedegeneratie-Italianen zich in de samenleving kunnen opwerken en waarmee ze inclusiviteit en aanvaarding kunnen doordrukken.

“Ik probeer elke dag opnieuw om anderen ervan bewust te maken dat er in een multicultureel land als Italië geen plaats is voor verschillen en dat onze toekomst alleen maar positief kan zijn.”


De eenentwintigjarige Havana is half Italiaanse en half Cubaanse. Ze bracht haar jeugd door in Milaan, werkt als model en is dol op kelewele (pittige gebakken maniok). Ze groeide op tussen twee culturen: de Italiaanse van haar vader en de Afrikaans-Cubaanse van haar moeder. Door dat zoeken naar evenwicht tussen die twee culturen moest ze ook op zoek naar haar eigen “half-zwarte” identiteit. Maar zo leerde ze ook wat respect betekent.

“Soms voelde ik me te wit, terwijl ik bij mijn vrienden net het gevoel had dat ik te zwart was. Ik dacht dat ik moest kiezen, het ene of het andere. Maar uiteindelijk bleek het feit dat ik Afrikaans-Italiaanse ben net mijn kracht, het maakt me tot wie ik ben.”


Tot slot is er de twintigjarige Williams. Hij is een beeldend kunstenaar met Ivoriaanse roots. Een van zijn favoriete gerechten is attieke, dat wel wat op couscous lijkt. Als karakter designer, illustrator en visuele ontwikkelingskunstenaar is hij voornamelijk actief in de animatiesector. Hij gelooft dat integratie een cruciale factor is die de Italiaanse cultuur zal verrijken en tegelijk kansen voor iedereen zal creëren.

The Good Neighborhood Collective is een creatieve groep van onder meer kunstenaars, ontwerpers en muzikanten. Ze willen een veilige plek scheppen waar ze de creativiteit van tweedegeneratie- en Afro-Italianen kunnen promoten. Hun belangrijkste doel bestaat eruit om hun verhalen te delen en die aan Afrikaans eten en cultuur te koppelen.

Een deel van de interviews vindt plaats in het restaurant Mamma Africa, dat in april 2017 in Milaan zijn deuren opende. De oprichter en eigenaar, Ibrahim Jaiteh, hoopte dat het een van de vaste waarden voor Afrikaanse catering in de stad zou worden. De tweede locatie is het restaurant Sambuus. De naam verwijst naar een variant van de samosa, een populaire snack in Somalië. Het restaurant brengt Somalische geuren en smaken naar Milaan.